Ik open mijn ogen en zie een wereld die zich zorgvuldig heeft aangekleed in maskers van orde en macht, waarin systemen draaien alsof ze vanzelfsprekend zijn, wetten worden opgelegd zonder liefde als fundament en waar mensen handelen omdat het hoort, niet omdat het klopt.
Ik leef in een maatschappij waar ik als mens voortdurend word aangemoedigd om te werken, te presteren, te voldoen – en wanneer ik eindeluck iets verdien, wordt daar direct een deel vanaf gesneden, zonder dat ik werkeluck heb gekozen waarvoor dat geld wordt ingezet, alsof mijn inzet niet van mij is maar van een onzichtbare macht die mij dankbaar doet lijken terwijl ik stilletjes leegloop.
Ik zie hoe ik belasting betaal op mijn loon, maar wanneer ik iets koop van mijn eigen zuurverdiende geld, betaal ik opnieuw belasting, alsof mijn ademhaling geteld wordt en elke uiting van leven een prijskaartje draagt en ik vraag mij af hoe we dit ooit normaal zijn gaan vinden.
En toch weet ik dat dit niet is wie wij werkeluck zijn, want in mijn hart voel ik dat er een diepere waarheid leeft, een roep die zegt: jij bent niet gemaakt om een schakel te zijn in een systeem dat uit angst is geboren, jij bent een vrije ziel, een vonk van licht, een bewust wezen dat liefde kent als taal.
Maar hoe vaak heb ik mijzelf horen zeggen: zo is het nu eenmaal, iedereen doet het, het moet toch en heb ik daarmee de fluistering van mijn ziel overstemd met de roep van het collectief dat de liefde vergeten is.
Ik zie hoe we met z’n allen gevangen zitten in een web van regels die zogenaamd zekerheid bieden, maar intussen de vrijheid stelen van mensen die hun leven willen leven in eenvoud, vreugde en verbinding.
Er zijn beroepen waarin mensen met hart en ziel het verschil willen maken, maar waarvan de structuur ze langzaam vervreemdt van hun bedoeling en ik zie de belastingmedewerker die boetes uitstuurt op commando, de arts die farmaceutische medicatie voorschrijft omdat het protocol dat voorschrijft, dan een natuurlucke genezingswijze, de soldaat die een wapen draagt en denkt dat hij beschermt, terwijl hij misschien juist dient ter behoud van een wereld die de 1% beschermt, niet het volk.
Want wie beschermt werkeluck?
De politieman op het plein die demonstranten weghaalt voor ‘orde’, maar intussen zijn eigen kinderen thuis vertelt dat hij ook niet alles snapt – dient hij de waarheid of het systeem?
De militair die zijn training begint met trots, een uniform draagt, commando’s opvolgt, het parcours loopt alsof het vanzelfsprekend is en dan op een dag zijn wapen richt op iemand die net als hij denkt dat hij ‘het goede’ doet – wat blijft er dan over van dat eerste moment van trots?
Een burn-out.
En velen worden gek door de nachtmerries die opkomen tijdens je slaap.
Je hebt iemand neergeknald.
Want wanneer jij je wapen pakt, de eerste keer, voel je nog iets.
Misschien een schok, misschien een trots gevoel.
Je hoort bij iets groots, je draagt een uniform, je leert gehoorzamen, lopen, buigen, richten, vuren.
Je wordt gevormd, herschreven, herleid tot een functie.
En als jouw missie ‘bescherming’ heet, wie bescherm je dan werkeluck als het bevel van boven komt?
En jij als legerpoppetje schiet een ander legerpoppetje neer.
Leuk voor je nabestaanden.
Twee minuten stilte.
Hup, het gezicht van de koning verschijnt in beeld.
En de koning staat op droevigheid.
Want stel dat hij lacht.
Stel dat hij even iets liefdevols meekreeg waar hij gewoon even om moest lachen.
Dan zou dat ongepast zijn.
Herdenkingsdag
We noemen het herdenken, maar wat herdenken we echt als we het verhaal dat eronder ligt nooit durven uitspreken?
Jaren geleden.
Tijdens de Nationale Dodenherdenking.
Beatrix was toen nog koningin.
En daar, te midden van stilte en eerbied, klonk plotseling het woord:
"bom".
Paniekscènes volgden.
En Beatrix werd onmiddellijk weggevoerd, beschermd, afgeschermd, zoals het hoort binnen de hiërarchie.
Maar ze kwam terug.
Was dat moedig?
Of was het onderdeel van een toneelstuk, een zorgvuldig geregisseerd moment om de liefde van het volk opnieuw te vangen?
Speculatie hierover is een kracht van het EGO.
Ach je weet het niet.
Zelfde geld voor Apeldoorn toen der tijd.
Een daad van dapperheid of een subtiel spel waarin angst en bewondering elkaars hand vasthouden?
De grens tussen oprechtheid en theater is flinterdun wanneer het ego heerst.
Wel grappig dat we in werkeluckheid een koninklijk theater hebben in Amsterdam?
En in een wereld waarin symboliek zwaarder weegt dan waarheid, blijft de vraag:
Voor wie doen we dit werkeluck?
Ik zie de nieuwe generatie zich aandienen.
En ik denk aan de prinses, onze toekomstige koningin.
Op haar achttiende verjaardag kreeg ze geld, publiek geld, gemeenschapsgeld.
Ze zei eerst dat ze het niet wilde.
Maar uiteindelijk accepteerde ze het.
Welkom, prinses, in het ego-systeem.
De wereld gaf je een kans en jij liet weten dat je het niet fijn vond.
En daar ligt je hart.
Maar je koos toch voor de weg van het Ego-systeem.
En jij kunt nu, misschien later, beslissen dat je het anders doet.
Dat je teruggaat naar de vraag die ieder van ons zich zou mogen stellen:
Waarom gebeurt dit nog zo?
En als je die vraag in liefde durft te stellen, dan begint de verandering.
Ik voel wantrouwen groeien wanneer ik zie hoe de hoogste mensen van dit toneel, de koninklijke en politieke 1%, op geheime momenten bijeenkomen, achter gesloten deuren, op tijden waarop de wereld slaapt en het volk niets mag weten en ik voel hoe het collectieve bewustzijn deze geheimen niet langer wil dragen.
We worden wakker in een tijd waarin 9/11 eindeluck zijn vragen terugkrijgt, waarin mensen durven zeggen dat gebouw 7 viel zonder geraakt te zijn, waarin we niet meer fluisteren maar uitspreken: dit klopt niet.
De dood van JFK, jarenlang een mysterie dat ‘opgelost’ zou zijn, blijkt nu, na zestig jaar, toch een diepere waarheid te bevatten, eentje die velen allang aanvoelden maar nooit mochten benoemen zonder als dwaas te worden weggezet en ik weet dat de waarheid altijd overleeft, zelfs als ze wordt uitgesteld.
En het raakt mij diep dat de waarheid vaak pas zichtbaar mag worden wanneer het collectief te moe is om nog op te staan en daarom is het aan ons – de mensen van liefde – om die waarheid in licht te brengen, zonder haat, zonder strijd,
maar met de kracht van vergeving.
Vergeving?
Want als ik niet kan vergeven, dan blijf ik zelf gevangen in het systeem dat ik wil doorbreken en dan leeft het ego niet buiten mij, maar in mij, hoe goed mijn bedoelingen ook zijn.
De 1% leeft in een werkelijkheid van controle en dat is hun keuze, maar ik kies voor de werkeluckheid van bewustzijn, voor de realiteit waarin ik mijzelf herinner als bron van licht, als drager van liefde, als een scheppend wezen dat zichzelf niet hoeft te verlagen tot overleven.
Agenda 2030, die in woorden spreekt over duurzaamheid en vrede, draagt onder het oppervlak een plan van centralisatie, waarin vrijheid wordt vervangen door veiligheid en veiligheid een excuus wordt om alles digitaal, gescand, geteld en gecontroleerd te maken – maar geen enkel systeem kan de ziel controleren die zich herinnert wie zij is.
De ziel heeft geen paspoort, geen registratienummer, geen QR-code en zij laat zich niet onderwerpen aan angst, want zij kent de waarheid van verbinding en weet dat liefde geen voorwaarden stelt.
En zo kijk ik opnieuw naar mijn wereld, naar mijn werk, naar de systemen waarin ik leef en ik stel mezelf de enige echte vraag:
Dien ik nog het systeem of dien ik mijn ziel?
Wanneer ik schrijf, spreek, adem en voel – herinner ik dan wie ik ben of speel ik een rol in het grote verhaal van macht?
Ik ben niet boos, ik ben wakker.
Ik ben niet tegen, ik ben voorbij.
Ik ben niet het slachtoffer van deze wereld, ik ben een medeschepper van een nieuwe.
Ik ben liefde.
Ik ben licht.
Ik ben!
Laat de liefde groeien.