Stroming

“Waar liefde stroomt, lost het ego op”

 

Het is ochtend.

 

De wekker gaat af en je ligt nog even in die zachte grens tussen slapen en wakker zijn, maar de dag roept al, met zijn eindeloze lijstjes, onuitgesproken verwachtingen en het gevoel dat je alweer achterloopt voordat je zelfs maar opgestaan bent.

 

Je staat op, haastig, terwijl je probeert te bedenken of je de kinderen wel op tijd hebt gewekt, of je je werkmail hebt gecheckt, of je je sleutels niet bent vergeten en je haast je door de routine heen alsof je tegen de klok rent die je toch nooit kunt winnen.

 

De geur van koffie en het geluid van de krant vullen de keuken, maar je proeft het nauwelijks, want je hoofd zit al bij de boodschappenlijst, de was die nog moet en die vergadering die je niet wilt missen.

 

Of je woont alleen en denkt dat het makkelijker is, maar je merkt dat ook jij jezelf aanstuurt als een machine die moet presteren, plannen, afvinken, zonder echt te voelen wat je nodig hebt.

 

De dag gaat verder met werk, telefoontjes, berichten, afspraken.

 

Je probeert overal tegelijk te zijn, je aandacht te verdelen over schermen, gesprekken, taken, terwijl de prikkels als een golf op je afkomen en je het gevoel hebt dat je alleen maar aan het overleven bent in plaats van echt te leven.

 

Je scrollt even tussendoor, vlucht in social media, probeert de chaos te vergeten door jezelf te verliezen in beelden van perfectie en succes, maar het maakt je alleen maar leger, stiller vanbinnen.

 

Je bedenkt nieuwe plannen: een cursus hier, een yoga les daar, een zelfhulpboek dat het allemaal wel gaat oplossen.

 

En de avonden zijn gevuld met televisie of streaming, films waarin verhalen over mensen die worstelen en overleven lijken te spiegelen wat je diep vanbinnen voelt, maar die je ook weer afleiden van het luisteren naar jezelf.

 

Je wil rust, maar die rust komt niet.

 

Je hoofd blijft malen over wat er nog moet, wat er niet gelukt is, wat je morgen anders moet doen.

 

Totdat je eindeluck in bed ligt, klaar om te slapen, maar in plaats van rust te vinden, zit je gedachtenfestival in volle gang: had je dat bericht wel verstuurd, heb je iets vergeten, wat als…?

 

Dan voel je die vermoeidheid diep in je lijf, maar ook die kleine weerstand om te stoppen met denken.

 

Je legt je hand op je buik, ademt langzaam in, zachtjes uit.

 

Alle stemmen in je hoofd worden zachter, het gejaagde tempo valt weg en voor het eerst voel je ruimte.

 

Alleen jij, ademend in het donker, verbonden met iets dat nooit weg is geweest.

 

En ineens wil je partner wat... maar jij bent moe en zegt dat je hoofdpijn hebt.

 

Je voelt die kleine afstand, niet uit onwil, maar omdat de dag je leeggezogen heeft en soms is stil zijn het liefste wat je kunt bieden.

 

Het ego fluistert dat je door moet, dat je sterk moet blijven, maar liefde weet dat het oké is om even niet te kunnen geven, om even stil te zijn en jezelf ruimte te gunnen.

 

Want in die zachtheid, in die kwetsbare eerluckheid, wordt het ego stiller, lost het op en mag de liefde weer vrij stromen.

 

En dan besef je het: waar liefde stroomt, verdwijnt het ego niet omdat je het wegduwt, maar omdat je het omarmt, ziet en toestaat te rusten.

 

Je hoeft vandaag niet alles te doen, niet alles te weten, niet alles te zijn.

 

Je mag gewoon zijn.

 

En als je morgen opnieuw begint, hoef je alleen maar één ding te doen: mee te stromen met het leven.

 

Hoe lang blijf jij nog aan de kant staan, gevangen in het gevecht van je ego, voordat je kiest om mee te drijven op de zachte stroom van liefde die altijd al in je stroomt?